Wanneer je een onderzoek doet, bijvoorbeeld voor een werkstuk, is het handig om te weten naar welke informatie je gaat zoeken. Gewoon op het internet surfen en kijken wat je tegenkomt is wel een manier om een algemeen idee te krijgen van het onderwerp dat je wilt kiezen. Voor jullie presentatie moeten jullie één hoofdvraag bedenken en vervolgens per groepslid één deelvraag opstellen die gaat helpen om een antwoord te geven op de hoofdvraag. Op internet zijn handige tips te vinden over het ‘vragen stellen’, maar voordat je gaat zoeken kan je beter eerst bekijken wat je al weet van het onderwerp.
Opdracht 1
Maak één woordweb op papier en maak één woordweb over jouw onderwerp digitaal. Hiermee kan je achterhalen hoeveel je al weet van jouw onderwerp. Ieder groepslid doet dit voor zichzelf, als je weer met elkaar gaat overleggen kan je deze informatie gebruiken om goede vragen op te stellen.
Nu je een idee hebt wat jouw onderwerp inhoudt is het de bedoeling dat jullie gaan nadenken over de hoofdvraag voor het gekozen onderwerp.
Eisen hoofdvraag:
1.De vraag is duidelijk en specifiek
De vraag “Wat is Apple?”
is niet
heel specifiek en dus geen goede hoofdvraag, want Apple is zo enorm groot dat niet duidelijk wordt wat je graag wilt weten. Probeer de vraag zo te stellen dat je zelf ook weet waar je informatie over moet gaan zoeken.
2.De vraag is ‘open’ gesteld
De vraag “Wat is Apple?”
is een ‘gesloten’ vraag en dus geen goede hoofdvraag, want het antwoord “Een elektronicabedrijf” zou antwoord geven op de vraag. “Hebben leerlingen vandaag vaker een mobiele telefoon dan 20 jaar geleden” is ook een ‘gesloten’ vraag, want het antwoord kan heel kort “ja” zijn. Let er dus op dat je een presentatie van 5 minuten kan vullen.
3. Het is mogelijk om een goed antwoord te vinden op de vraag
De vraag “Hoeveel papiersnippers eindigen er elke maand op de vuilnisbelt?”
is niet goed te beantwoorden en is dus geen goede hoofdvraag.
Deze informatie wordt niet bijgehouden en je onderzoek zal dus vastlopen.
Voorbeeld goede hoofdvraag:
De vraag “Wat zijn belangrijke onderdelen van de Griekse cultuur?”
is een vraag die wel aan de eisen voldoet.
Hij is duidelijk en specifiek, het gaat over de Griekse Cultuur met de nadruk op de belangrijke onderdelen. Let wel op, met deze vraag bepaal ik als onderzoeker dus wat ‘belangrijk is’. Daarnaast is de vraag niet met één woord te beantwoorden en dat zorgt ervoor dat je tijdens het presenteren iets moet uitleggen. Dankzij de geschiedenisboeken en opgravingen weten we nog heel veel van de oude Grieken dus is het ook mogelijk om deze vraag goed uit te werken.
De vraag "Hoe heeft KFC zich de afgelopen 50 jaar ontwikkeld?"
is een vraag die wel aan de eisen voldoet.
Hij is duidelijk en specifiek, het gaat over het bedrijf KFC in de afgelopen 50 jaar. Je kan dus over het begin praten, de tussentijd en hoe het bedrijf nu loopt. Daarnaast is de vraag niet met één woord te beantwoorden en dat zorgt ervoor dat je tijdens het presenteren iets moet uitleggen. Online is voldoende informatie te vinden over KFC, desnoods kan je nog boeken over fastfoodrestaurants zoeken of een medewerker van het bedrijf interviewen.
LET DUS OP: WAT IS X? of WIE IS X? zijn geen
goede hoofdvragen.
Opdracht 2
Bedenk een goede hoofdvraag voor jouw onderwerp. Ieder groepslid doet dit voor zichzelf!
Jullie hebben straks meerdere hoofdvragen waar je dan de ‘beste’ uit kan kiezen. Misschien is een mix van twee vragen wel een goede hoofdvraag! Mocht je tijdens de les merken dat jullie hoofdvraag toch niet ‘goed’ is, dan kunnen we deze nog wel verbeteren.