Onderzoeksvaardigheden

HOOFDSTUK 5
Informatie opslaan & sorteren
Tijdens je zoektocht naar informatie kom je van alles tegen. In een tekst kunnen stukken staan die heel nuttig zijn, terwijl het grootste gedeelte van de tekst niet bruikbaar is. Ook in video’s of op websites zal je zien dat het overgrote deel niet relevant is voor je onderzoek. Toch is het belangrijk om in eerste instantie zoveel mogelijk informatie op te slaan.

We gaan bij stap 5 kijken naar de manier waarop je snel en gemakkelijk informatie op kan slaan zodat je deze later weer kunt gebruiken in je verslag. Daarnaast kijken we naar wat voor bestanden er allemaal bestaan.
5.1 Informatie bij elkaar verzamelen
Wanneer we een stuk tekst hebben gevonden, bijvoorbeeld op Wikipedia, dat gaat over het gekozen onderwerp is het handig om deze tekst op te slaan. Je zou nu al kunnen kiezen om de tekst aandachtig te lezen en enkel bepaalde delen over te nemen in je Word-document. Echter bij het ‘globaal zoeken’ naar informatie is het ook mogelijk dat je gewoon alle tekst overneemt en later pas gaat kijken welke informatie wel of niet nuttig is. Belangrijk is wel dat je onder elk stuk tekst dat je hebt gekopieerd direct de bron zet.

Wanneer je bijvoorbeeld een stuk tekst over kamelen van Wikipedia haalt, zet je direct daaronder:
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kameel geraadpleegd op (datum & tijd).
Op deze manier kan je altijd heel snel terugvinden waar iets vandaan komt.

Heb je een video op YouTube gevonden die goed aansluit bij jouw onderwerp? Kopieer dan de link van YouTube en, als je al zover bent, zet de tijden waar de nuttige informatie aan bod komt bij de bron. Bijvoorbeeld:
Bron: https://www.youtube.com/watch?v=CR71vahmThk geraadpleegd op (datum & tijd)
Informatie op 0:09 -> water drinken

Je ziet nu al tweemaal ‘datum & tijd’ staan. Dit is noodzakelijk bij internetbronnen omdat websites voortdurend veranderen. Alle informatie die vandaag online staat kan morgen weg zijn, dus degene die jouw verslag leest moet kunnen zien wanneer je de website hebt bekeken!


Opdracht 20

1. Open een Word-document op de vaste computer en zoek op internet naar de ‘APA-regels’.
2. Kopieer een stuk tekst van de gevonden internetpagina (dus alleen een stuk van de tekst, niet de reclames etc. eromheen!) en plak deze in het Word-document.
3. Voeg nu onder deze tekst in jouw Word-document een bronvermelding van de website toe zoals jij denkt dat dit zou moeten.

Deze regels zien er complex uit en ook veel studenten op het hbo en de universiteit vinden het moeilijk om APA te gebruiken. Het is wel nodig om bronnen goed te vermelden, anders steel je iemands werk. Het ‘origineel’ moet worden benoemd zodat jij kan aantonen waar je de informatie vandaan hebt gehaald.

Wij gaan kijken of we deze APA-regels niet veel sneller kunnen gebruiken met behulp van functies in bijvoorbeeld Word.


Opdracht 21

1. Bekijk deze YouTube-video https://www.youtube.com/watch?v=8ThU7rsoRI8 en omschrijf wat de man uitlegt.
2. Probeer nu zelf, op de manier die is uitgelegd in de video, de bron van opdracht 20 nogmaals te vermelden in het Word-document.

Later dit jaar gaan we nog kijken naar hoe programma’s als Word handig gebruikt kunnen worden, maar jullie hebben nu al een functie gezien die heel veel tijd kan besparen. Door alle informatie eerst globaal bij elkaar te zetten en later kritisch te kijken kan je mogelijk ook tijd besparen.

Naast het opslaan van de informatie in een Word-document is het natuurlijk ook belangrijk dat je jouw USB-stick en Drive goed indeelt. Des te beter de structuur van jouw mappen, des te sneller alles terug te vinden is.
Op het Newmancollege gebruiken we de volgende mappenstructuur:


Is jouw USB nog niet goed ingedeeld? Zorg ervoor dat je dat alsnog doet!

5.2 Informatie beoordelen op bruikbaarheid
Nadat je de informatie hebt gecontroleerd op waarheid, bij hoofdstuk 4, is het de bedoeling dat we kritisch gaan kijken naar de bruikbaarheid. Je hebt namelijk vragen bedacht en daar zoeken we een antwoord op. Door de informatie globaal te lezen (dat heb je mogelijk al bij een van de vorige stappen gedaan) kan je snel achterhalen of informatie aansluit bij een van je vragen of niet. We gaan als het ware de informatie filteren.We hebben het al gehad over de doelen van een website, deze gaan we nu nog kort doornemen.
Voor het gemak houden we vier doelen aan die een maker van een website kan gebruiken.


Opdracht 22

2. Zoek naar de informatie die aansluit bij de volgende vraag:
Waarom heeft de Atlantikwall niet gewerkt op 6 juni 1944?

Tip: met de sneltoets ctrl+f kan je zoeken naar tekst.
Zoek bijvoorbeeld eens op ‘Atlantikwall’ om snel te zien waar deze voorkomt in de tekst.

Filteren
Je ziet dat filteren voor, tijdens of na het opslaan van je informatie kan gebeuren. Het belangrijkste is dat jij weet welke informatie je nodig hebt om een goed en correct antwoord te geven op jouw vraag.
Mocht je tijdens het filteren toch nog twijfelen aan de informatie, vergelijk de informatie dan met andere bronnen.
Wanneer je vanuit verschillende bronnen hetzelfde verhaal krijgt, dan wordt de informatie betrouwbaarder.

Opdracht 23

Hieronder staan een aantal handige links die informatie geven over specifieke zaken.
1. Bezoek iedere website.
2. Bekijk de website, zoek wat je er kan vinden.
3. Noteer in jouw document in 4 zinnen waar je iedere website voor kunt gebruiken.

Vind je het lastig? Je kan natuurlijk ook nog online opzoeken wat voor soort website het is ;)!

5.3 Wat voor bestanden zijn er allemaal?
Achter elk document staat een punt met daarachter een aantal letters. Bijvoorbeeld .jpeg of .docx zullen jullie wel bekend voorkomen. Dankzij deze extensie, zoals dit einde wordt genoemd, weet de computer wat voor soort bestand het is. Stel je voor dat de computer een afbeelding zou openen in Word, dat zou een foutmelding geven omdat Word het niet kan openen! Deze uitgangen zijn dus erg belangrijk om bestanden te kunnen herkennen voor zowel de computer als jijzelf.

Opdracht 24

1. Neem het schema dat hieronder staat over in je document.
2.Je gaat op zoek naar minimaal 3 voorbeelden van extensies bij ieder bestandstype.
In het schema staat al één bestandstype (geluidsbestand) voorgedaan.
Bestandstype Minimaal 3 extensies
Geluidsbestand .mp3, .flac en .aac
Tekstbestand
Videobestand
Excel-document
Word-document
Presentatiebestand
Website
Gecomprimeerde map

Let dus altijd goed op wanneer je een bestand opslaat of het de juiste extensie heeft. Daarnaast kan het voorkomen dat je de naam van een document aan wilt passen en per ongeluk de extensie ook verwijdert. Je kan dan heel simpel wederom .docx (als het een Word-document) achter de naam schrijven zodat de computer weet wat voor bestand het is.

In de afbeelding hieronder wordt dat voorgedaan. Stel je hebt een Word-document met een extensie .docx. Wanneer je de extensie weghaalt zal Windows een melding geven omdat je het bestand daarna "onherkenbaar" maakt. Zonder .docx erachter weet de computer namelijk niet wat voor bestand het is!
Share by: